Bureau Funeralia is gespecialiseerd in funerair erfgoed in al zijn facetten. Of het nu gaat om het inventariseren van oude kerkhoven en begraafplaatsen, het beschrijven van historische waarden van grafmonumenten, het opstellen van restauratieplannen of historisch onderzoek. Bureau Funeralia biedt diensten op maat. Zo kan Bureau Funeralia u van dienst zijn met een waardering, een analyse met verbeterslagen van het administratieve proces, projectondersteuning bij bijvoorbeeld herinrichting of een inhoudelijke redactie voor een publicatie of rapport.
Ervaring
Funerair specialist en onderzoeker René ten Dam heeft ruim 20 jaar ervaring met funerair erfgoed in Nederland en was in 2001 een van de oprichters van Stichting Dodenakkers.nl, die als belangrijkste doelstelling heeft het uitdragen van kennis over funerair erfgoed. Hij is nog steeds als voorzitter aan de stichting verbonden en is daarnaast eindredacteur van de bijbehorende website. Met ruim 100.000 bezoekers per jaar is het de grootste historisch funeraire website van Nederland.
Vanuit de stichting is René ten Dam in het verleden betrokken geweest bij diverse projecten op het gebied van funerair erfgoed in het buitenland. Afgelopen jaren bij het tot stand komen van een managementplan voor de Hollandsche begraafplaats in Nagasaki, het ontwikkelen van een visie voor begraafplaats Nieuwe Oranjetuin in Paramaribo en in India de Dutch Cemetery in Kochi en begraafplaats Karikop in Nagapattinam. En als adviseur heeft hij ruime ervaring met groot- en kleinschalige projecten in het bedrijfsleven, zowel vanuit een rol als manager als inhoudelijke expert. Deze ervaringen neemt hij mee in zijn werkzaamheden als deskundige op het gebied van funerair erfgoed.
In heel Nederland worden door het bureau inventarisaties en waarderingen uitgevoerd, op zowel kleine begraafplaatsen als het St Willibrorduskerkhof in Waalre als rijksmonumentale begraafplaatsen als de Soerenseweg in Apeldoorn. Bureau Funeralia helpt ook met het opstellen van beleidsplannen en het in kaart brengen van processen rondom de begraafplaats. De administratie kan bovendien soms uitdagingen bieden waarmee wij u graag helpen.
Bureau Funeralia heeft een uitstekend netwerk van experts op verschillende terreinen. Hierdoor krijgt u altijd een inhoudelijk advies op maat. Zo werken we onder meer samen met Bureau Funeraire Adviezen, Ada Wille Landschaps en Begraafplaatsarchitectuur en Marc de Groot Vuursteen.
Een overzicht van diensten die worden aangeboden door Bureau Funeralia vindt u hier.
Laatste blogartikel
Schagen - Het graf van een jonge korporaal
Grafstenen vertellen verhalen. Soms zijn het alleen een naam en datum die vragen oproepen. Een andere keer is het de gebruikte symboliek of een tekstuele verwijzing. Zoals het geval is bij het grafmonument voor Nico Blaauboer, op 21-jarige leeftijd overleden op 22 april 1940. Nico Blaauboer ligt begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Schagen. Wat is het verhaal achter zijn voortijdige dood?
Dienstplicht
Nicolaas Jan Blaauboer werd op 30 december 1918 in Schagen geboren, als zoon van Klaas Blaauboer en Maartje Streek. Volgens zijn inschrijving in het militieregister was hij 1 meter 71 lang en woog 63 kilo. Hij had zeven klassen lager onderwijs genoten en twee klassen ambachtsschool afdeling motoren, maar zonder diploma. Dat behaalde hij op de handelsavondschool. Ten tijde van zijn keuring op 3 mei 1937 was Nico Blaauboer vrachtwagenchauffeur en tevens monteur van vrachtwagens en ‘tractorwagens’. Bij zijn keuring gaf Nico zijn voorkeur op voor de motordienst en als tweede keuze chauffeur bij de genietroepen. Uiteindelijk werd hij toegewezen aan het 3e bataljon van de Genietroepen en trad op 5 april 1938 daadwerkelijk in dienst. Op 1 oktober 1938 werd de genie gereorganiseerd en werden nieuwe groepen gevormd. Nico werd geplaatst bij het 3e Regiment Genietroepen, de zogenaamde verlichtingstroepen. Deze afdeling was geoefend in de bediening van de zoeklichten die waren opgesteld langs rivieren, bij de kustverdediging en ter ondersteuning van de luchtverdediging. Op 4 maart 1939 zat zijn actieve diensttijd erop en ging Nico met groot verlof. Dat betekende dat hij onder gewone omstandigheden enkel voor herhalingsoefeningen weer in werkelijke dienst hoefde te komen.
Lees meer...